Begin jaren 80 was behalve enorm veel lol onder het genot van veel drank en drugs ook vaak erg zwart en negatief. No Future en Fuck the System stonden hoog in het vaandel binnen de kringen waar ik mij in bevond. We waren overtuigde krakers, anarchisten, in pure undergound, vooral in Amsterdam en dat brachten we over naar het Brave Haarlem, we kraakten aan de lopende band huizen, maakten muziek en voelden ons artistiek en erg belangrijk, liepen over van de meningen en waren voornamelijk boos, cynisch, rebels en brutaal. We hadden allemaal uitkeringen en schnabbelden bij in de muziek, toen werd dat nog redelijk betaald, mede door de Zwarte Vaatjes van Heineken. We poften in de cafe’s en we voelden ons bijzonder. Tijdens de kroning van Beatrix leek het wel oorlog, ik moest rennen voor mn leven, want het was niet alleen de politie die de krakers moesten hebben. Precies op die dag besloot ik te stoppen met meedoen aan al dat verzet. Ik had een steen in mijn hand waarmee we de politie bekogelden op de Nieuwmarkt, liet em vallen en was er in 1 keer klaar mee.
Ik leerde via ‘Joke’s Koeienverhuurbedrijf’, een gekraakte muziekstudio in Schellingewoude Maarten Veldhuis kennen. Ik was in die tijd een veel gevraagde drummer, het wemelde van de de bandjes. Speelde r&R, funk en free jazz. Ik liet me ‘niks door niemand’ aanmeten en als ik het niet eens was met een orkestje, dan stapte ik er op staande voet uit.
Maarten Veldhuis zat ook op mij te jagen en wilde me steeds maar hebben in zijn nieuw op te richten band. Ik stemde er naar lang twoijfelen mee in, want zijn nummers raakte me meteen, heel origineel, puur en het zat goed in elkaar. Veldhuis en ik hielden beiden van The Stones, Dylan, John Cale, Tom Petty etc. Intelligente Rock zeg maar. Grin werd een wereldbandje met mooie liedjes met een scherp randje. De stem van Veldhuis raakte iedereen, je kon er niet omheen. Met gemak kwam hij op het niveau van zangers als Jagger en Morrison, sterker nog, hij ging er overheen. We waren een vreemde eend in de bijt tussen alle punk, we speelden op dezelfde festivals in grote kraakpanden. We oefenden ons suf in het enorme complex dat op mijn initiatief werd gekraakt. Tubergen, de voormalige bloembollenfabriek aan de Leidse Vaart, waar Nicolaas Beets zijn Camera Obscura ooit schreef, bood ons mogelijkheden om te repeteren in de oude koelcel voor de bollen en er konden heel veel mensen wonen. We doopten het om tot MAL (Marcel Alex en Luc), 2 goede vrienden van me, die als enigen geen muzikanten waren. We maakten filmpjes in de stijl van Bunuel en Monty Python, erg intellectueel en vaag, maar wel erg leuk. Onzin om te lachen. Maar snachts, als we als MAL thuis kwamen uit cafe de Schagchelaar of Tapuit improviseerden we freak free jazz tot we er bij omvielen onder de naam Het Purns Bernard Trio is Back in Town.
Ondertussen groeide GRIN stevig door, 2 x per week repeteren, af en toe een try-out en steeds meer optredens, met steeds meer fans achter ons aan. We hadden een LP in eigen beheer uitgebracht en die was bij de VARA radio terecht gekomen. We stonden lang in de Verrukkelijke Top 15, en werden uitgenodigd bij de Rode Haan op 1 januari als meest veelbelovende band. Ik was met mijn meisje een weekendje op Texel en was van plan om daar ook bij te zijn. Door de storm vertrok de boot niet en de volgende ging pas 2 uur later. Eenmaal op die ferry, vroeg ik aan de barkeeper of de radio wat harder mocht, omdat mijn band in het programma zat. Frits Spits zat aan tafel met de band – zonder mij dus – en begon het interview met het verhaal dat dit volgens hem de nieuwe Golden Earring zou worden, dat het een verrijking was voor de Nederlandse muziek, hoge kwaliteit met internationale allure. Spits bood Veldhuis direct een single aan, het nummer zou opnieuw door de VARA worden opgenomen in een studio in Hilversum en zou een hit worden volgens Spits. Veldhuis reageerde arrogant en zelfverzekerd dat hij daar geen zin in had omdat hij niet wilde mee werken aan de commerciele wereld van Hilversum. Wel leek het hem misschien interessant als ze het hele album konden opnemen. Het interview stopte direct nadat ons hitje in wording nog even werd gedraaid en dat was het. Ik zat te flippen aan de bar van de boot en werd woedend. “Hoe durft ie, ik heb godverdomme 3 jaar gerepeteerd, mee gecomponeerd, zelfs een nummer geschreven, nu krjjgen we deze kans en die pakt hij niet! We maken geen politieke punk, maar popmuziek, dit is juist de weg om door te breken. Dan kan je altijd daarna nog je idealen op tafel gooien. Stel dat al onze favoriete USA en UK bands dit hadden gedaan, dan hadden we ze niet eens gekend!”
Mijn vriendin was het roerend met me eens en vond het ook belachelijk. Ik was alleen maar heel boos en kon er niet om lachen. We scheurden keihard naar Hilversum in mijn oude Ford in de hoop nog iets te kunnen redden. Daar waren ze al aan het opruimen, maar ik zag Frits Spits lopen. “Meneer Spits, ik ben de drummer van Grin, helaas te laat, waarvoor excuus, maar is er nog iets te doen? Ik ben het niet met Maarten eens, natuurlijk willen we wel gebruik maken van uw aanbieding!” Spits keek me cool aan en zei dat hij nooit meer iets met ons te maken wilde hebben, dat hij zwaar beledigd was en nog nooit zoiets had meegemaakt. Ook wel weer mooi natuurlijk. Dat vond ik dan wel weer geestig.
Nu kreeg ik opeens deze film opgestuurd. Ik speelde zoveel in die tijd en nooit nuchter. Kan me er echt niets meer van herinneren. Het is ons afscheidsoptreden in 1985 in het Patronaat. Opvallend is dat iedereen van de groep in zijn gewone ploffie op het podium stond, maar ik zat te drummen in een vlekkeloze smoking, compleet met strikje. Voor mij was het een feest dat de band stopte, om redenen die je denk ik wel kan begrijpen.
Dit jaar bestaat het Patronaat 40 jaar. In dat kader kwam muziek-recencent en vriend van Veldhuis en fan van Grin Peter Bruyn met dit idee. 6 december is er een reunie van deze groep in het Patronaat, ik vlieg ervoor naar Nederland. Want Veldhuis zit ondanks alles nog in mijn hart en was ook maar liefst 35 jaar de frontman van mijn band De Koffers.
Geniet van deze unieke opnames, niet van de beste kwaliteit, maar toch. “You Need a Gun to Blow my Mind” wordt ook gespeeld, het nummer waar we absoluut hadden kunen doorbreken.
Van beter kwaliteit is deze registratie van een Grin reünie in het Patronaat in 2003.